Heksen en verwende prinsesjes
Het is herfst en de bewindslieden dwarrelen weer als blaadjes van de bomen. Een blik naar buiten en u weet dat de bladcampagne – het opruimen van alles wat valt – nog lang niet afgelopen is. Nee, ook niet in Den Haag. Niet dat het er ook maar iets toe doet, want als het echt allemaal zo simpel was als door sommige politici vóór de verkiezingen werd voorgesteld, hadden we geen problemen, immers? Wat wel uitmaakt is het feit dat dit onvermogen steeds vaker afgedekt wordt met spierballentaal en een overdosis testosteron. En natuurlijk met het aanwijzen van hoofdschuldigen – liefst asielzoekers en bij gebrek daaraan doen vrouwen ook goed werk. Ik zeker; ik blijf namelijk drijven dus zou bij uitstek geschikt zijn voor de rol van heks. At your service, zeg maar. In de Verenigde Staten wisten verongelijkte puberjongens en hun papa’s zeker dat de belangen van mannen niet veilig waren bij Kamala Harris en dat ‘vrouwen en dat hele woke-gedoe sowieso te veel de overhand krijgen’. Gelet op het feit dat in de V.S iedere dag een vrouw wordt vermoord, puur omdat ze vrouw is, lijkt me dat te vroeg gejuicht. En dan hebben we het nog niet gehad over het gemorrel aan het zelfbeschikkingsrecht van vrouwen aan de andere kant van de plas. Of over het feit dat vrouwen daar, net als hier, nog altijd aanzienlijk minder betaald krijgen dan mannen. Gemiddeld werken ze in Nederland een maand voor niks, zo becijferde het FNV. Ik vrees dus dat ook hier nog een wereld te winnen is, ook al jammert Thierry dat het de verkeerde kant opgaat en ‘mannen geen man meer mogen zijn’. (Van mij wel hoor Thierry; ik zou het gewoon dóen!). Vrouwen in de politiek die met kop en schouders boven mannelijke collega’s uitsteken zijn al gauw heksen en met een beetje mazzel staat er een lieverdje met een fakkel voor de deur, opgehitst door sneuneuzen op X. Als er geen sprake is van een glanzende fulltime carrière waar je als man iets van moet vinden, steekt het verwende prinsesjes-sydroom wel de kop op. Vrouwen dragen, zo vindt men, onvoldoende bij aan het opjagen van de economische groei maar besteden een deel van hun tijd liever aan zorg voor kinderen, naasten en vrijwilligerswerk. Het is eigenlijk te grappig voor woorden dat dit als verwijt bedoeld is en niet als compliment, maar vooruit. Het gaat daarbij om voor de maatschappij onmisbare zorgarbeid door (voornamelijk) vrouwen, waar een onzichtbaar maar verrekte hoog prijskaartje aan hangt. Het onafhankelijke Instituut voor Publieke Economie heeft becijferd dat de economische waarde hiervan rond de 215 miljard ligt, bijna een kwart van het bruto binnenlands product. Onmisbare smeerolie voor de samenleving. En ja, wij vrouwen hebben vaak het laatste woord. Irritant vaak. Bloedirritant. Maar ja, wat nou als we gelijk hebben?