Ter gelegenheid van 80-jaar bevrijding heeft Stichting Feestcomité Eemnes een wandelroute uitgezet. Deze wandelroute brengt u langs een aantal bijzondere adressen met waardevolle herinneringen aan de Tweede Wereldoorlog in Eemnes. De wandelroute biedt een inkijk in moedige daden van Eemnessers en ingrijpende gebeurtenissen. Neem de tijd om stil te staan bij deze plekken en de verhalen die ze vertellen. Herdenk – Bezin – Wees Waakzaam!
Totale afstand: ca. 3,5 km
Geschatte wandeltijd: 1 uur (exclusief stops)
STARTPUNT: Vrijheidsmonument op het Plantsoen Bij dit monument, opgericht in 1987, worden de Eemnessers herdacht die zich tijdens de Tweede Wereldoorlog hebben ingezet voor de vrijheid. Deze locatie is niet zonder reden.
Bij een wapendropping op 10 april 1945 in Eemnes (ongeveer op de plek van het monument) worden twee heren, Dirk Joseph Buis en Aloisis Cornelis Vlasman, door de Duitsers gevangengenomen. De een was actief betrokken bij de dropping, de ander werd willekeurig opgepakt. Na een korte gevangenschap in Laren werden beiden door uit Amsterdam gekomen SD-ers geëxecuteerd. Dit gebeurde achter een Larense villa waar een afdeling van de Wehrmacht was gevestigd. Na de oorlog werd bij de villa door leden van het voormalig verzet van de groep Laren-Blaricum-Eemnes een herdenkingsmonumentje opgericht. Jaarlijks werden hier op 4 mei bloemen gelegd om de beide heren te herdenken. In Eemnes zelf was er lang geen oorlogsmonument om de gevallenen te herdenken. Op 2 mei 1987 kwam daar verandering in. Het monument, geen oorlogsmonument maar een vrijheidsmonument, werd toen door Prins Bernhard onthuld. Op een plaquette vóór het monument staan onder de woorden Herdenk – Bezin – Wees Waakzaam 29 namen van alle in Eemnes omgekomen burgers en geallieerde militairen, en de Eemnessers die elders om het leven kwamen.
Meer informatie over de wapendropping kun je lezen in de Feestkrant die door het Feestcomité Eemnes huis-aan-huis is verspreid met het programma voor Koningsdag en Bevrijdingsdag 2025.
ROUTE: Vanaf het Vrijheidsmonument steek je het Plantsoen over de Parklaan in. Aan het einde van de Parklaan ga je linksaf. Net voor De Bongerd (aan je rechterhand) ga je rechtsaf het gangetje in en loop je langs De Bongerd naar de voorzijde op de Jhr. C. Röelllaan.
- C. Röelllaan 15 (De Bongerd): Voorheen stond op deze locatie de Mariaschool. Tijdens de oorlog werd de zolder van deze school gebruikt als opslagruimte voor wapens die na een dropping werden verzameld. In de laatste maanden van de oorlog werden in de school Duitse soldaten ingekwartierd.
ROUTE: Je loopt voor De Bongerd langs richting de Grote of St Nicolaaskerk. Loop links naar het pleintje voor de kerk.
- Kerkstraat 16 (Grote Kerk): Tijdens de bezetting roofden de Duitsers hier de kerkklokken, die werden omgesmolten voor oorlogsdoeleinden.
- Kerkstraat 18: In dit huis, schuin tegenover de kerk, woonde in 1943 de familie Mol met nog negen thuiswonenden kinderen. Toen er ruimte voor onderduikers nodig was, was er geen twijfel en verwelkomden ze de Joodse Fred Witsenhuijsen en zijn vrienden Elisabeth van Bregt en Jaap Huismans. In 2010 bezocht de toen 83-jarige Elisabeth van Bregt de Historische Kring. Dat was voor Henk van Hees het begin van ‘Het levensverhaal van twee onderduikers in Eemnes’. Het hele verhaal is te lezen in HKE-2011-4-def.pub. Hieronder een alinea uit dit verhaal dat een indruk geeft van de omstandigheden destijds:
“Aan de noordzijde van de woonkamer waren de bedsteden en aan de zuidkant was een slaapkamertje. De meeste kinderen sliepen boven op zolder. De onderduikers konden zich overal vrij bewegen maar voor tijd van nood vond men dat er een speciale schuilplaats moest zijn. Fred: “Nadat we bij de familie Mol aankwamen heeft Jaap meteen gezegd: “We moeten iets maken waar we ons kunnen verbergen als er ooit een razzia is”. Dat hebben we gedaan. Er was een klein slaapkamertje in de zuidoosthoek van het huis. Daar stond een bed met enkele meubelen. Van de houten vloer hebben we een gedeelte uitgezaagd. Dat is een luikje geworden. Daaronder zijn we gaan graven. We hebben daar zoveel aarde uitgehaald als nodig was zodat Jaap en ik er net konden hurken. We hadden niet veel ruimte; maar net genoeg”.
ROUTE: Loop weer terug richting de Jhr. C. Röelllaan en sla nu linksaf de Kerkstraat in. Aan je rechterhand loop je langs 5 woningen. Deze woningen zijn gebouwd op de plaats van het verenigingsgebouw (wat daarvoor ook een school was) en de woning van de familie Morren. Meester Morren was leraar op de school.
- Kerkstraat 9-13: In het voormalige verenigingsgebouw en de woning van de familie Morren schuilden ondergedoken piloten.
“Op 21 november 1944 stortte een geallieerde bommenwerper neer in Eemland. De geredde vliegeniers werden aanvankelijk in Bunschoten en Spakenburg opgevangen, maar de ondergrondse ging snel op zoek naar een geschikt onderduikadres. Piloot John Quinn kon worden ondergebracht bij de katholieke hoofdonderwijzer Morren in Eemnes. Eemnes had al een aantal Joodse onderduikers opgenomen en ook een groepje spoorwegmensen dat na de februaristaking had moeten vluchten. Het was een drukte van belang, want er werden bovendien een aantal evacués uit Arnhem, daarheen gevlucht na de geallieerde landingen, in Eemnes opgevangen.
Morren timmerde op zijn zolder een vals dakbeschot, waar Quinn zich achter kon verstoppen. Zolang er geen onraad dreigde, kon de piloot in en om het huis wat karweitjes doen. Hij werd als een zoon in het gezin opgevangen. Penibel werd de situatie toen in Eemnes een groep Duitse soldaten werd ingekwartierd. Quinn kon nu niet meer naar buiten. In maart 1945 overleed Morren na een kort ziekbed. Tot grote verrassing van de bezetter kwamen na de bevrijding van Eemnes vele onderduikers uit hun schuilplaatsen tevoorschijn!” (Bron: Canonvannederland.nl)
ROUTE: Loop verder de Kerkstraat door richting de Wakkerendijk. Je loopt door het oudste straatje van Eemnes en komt uit tegenover Wakkerendijk 7.
- Wakkerendijk 7: Het voormalige woonhuis van burgemeester Ogtrop werd vanaf april 1945 de Ortskommandantur. Hier vond ook op 7 mei 1945 de officiële capitulatie plaats.
ROUTE: Ga vanuit de Kerkstraat rechtsaf de Wakkerendijk op.
- Wakkerendijk 21 (Distributiekantoor): In dit pand konden burgers voedsel en brandstof verkrijgen, uitsluitend op distributiebonnen.
- Wakkerendijk 27 (Café Staal): Dit café, destijds gerund door Wout Staal, diende als ontmoetingsplek voor het verzet en was betrokken bij pilotenhulp.
- Vaartsteeg: Hier stond een observatietoren van de organisatie Bescherming Bevolking, waar werd uitgekeken naar vijandelijke vliegtuigen. Deze organisatie stond voor: “Het geheel van niet militaire maatregelen tot bescherming van de bevolking en haar bezittingen zomede van de bezittingen van Openbare Lichamen tegen de onmiddellijke gevolgen van oorlogsgeweld.”
- Wakkerendijk 26: Hier woonde naast de familie van Wijk, de familie Melman. Zij boden in 1944 hun adres aan als onderduikadres voor Karl Weber.
Karl is geboren in 1898 en verbleef vanaf 1925 in diverse Duitse kloosters als geestelijke. In de oorlog kwam hij naar Laren en werd hij ook regelmatig in Eemnes gezien. Hij stond bekend als de Duitse soldaat die regelmatig op de Laarderweg, Wakkerendijk en Meentweg te zien was op zijn fiets met een heel groot tandrad. Hij verafschuwde het hele oorlogsgebeuren dat hij niet kon verenigen met zijn geloofsovertuiging. Dat was ook zijn meerderen niet ontgaan en eind 1944 werd hem oogluikend toegestaan onder te duiken. Hij vond een onderduikadres bij de familie Melman. Na de oorlog kreeg hij een vrijgeleidebrief om weer naar het klooster terug te keren. (HKEN_1987-03)
- Wakkerendijk 30 (Het Oude Raadhuis): Zoals de naam al zegt, was hier het vroegere gemeentehuis gevestigd. Hier regelden burgemeester P. van Ogtrop en secretaris D. van Hoepen onder meer de evacuatie van inwoners, het verbergen van vee en de distributie van voedsel. Ook werd hier een illegale krant gedrukt.
PAUZEMOMENT: Als Het Oude Raadhuis open is, is dit een mooie gelegenheid voor een kop koffie met uitzicht op het Evenemententerrein en de polder.
ROUTE: Voor de route vervolg je de Wakkerendijk.
- Wakkerendijk 54 (Boerderij Stadwijk):
Op deze boerderij vond op 23 mei 1944 een (mislukte) overval plaats. Daarbij werden de Eemnesser neven Evert Wouters en Henk Hilhorst, 2 Duitse militairen en een 3e Nederlander opgepakt en vastgezet. De neven hielpen de Duitse militairen bij het afpersen van Eemnesser boeren. In oktober 1944 werden de neven van Kamp Amersfoort overgebracht naar het concentratie-kamp Neuengamme bij Hamburg.
Na de Tweede Wereldoorlog hing er lange tijd een grote stilte rond deze zaak en de betrokkenheid van de neven. Daarmee werd dit verhaal ook wel ‘Het geheim van Eemnes’ genoemd. Peter Bruin heeft jarenlang onderzoek gedaan naar deze zaak en hiervan verslag gedaan in het boekje “Twee neven in oorlogstijd” dat een paar jaar geleden is uitgebracht. Daarmee is er duidelijkheid gekomen over dit verhaal en is dit verhaal onderdeel geworden van de geschiedenis van Eemnes. Het boekje is verkrijgbaar bij de Historische Kring op de Raadhuislaan.
- Wakkerendijk 58/60 (Kerk, pastorie en kerkhof): Duitse troepen roofden de klokken van deze kerk, en de pastoor en kapelaan werden tijdelijk gegijzeld. Op deze begraafplaats is ook meester Gerardus Johannes Morren op 27 maart 1945 begraven. Bij zijn begrafenis stonden tussen de talrijke medelevenden vier geallieerde vliegers incognito aan zijn graf.
In de uitgave HKE-2005-3 vertelt de heer A. van Hees (toen 91 jaar oud):
“Na het overlijden van Meester Morren hebben wij met oud-leerlingen in heel Eemnes geld opgehaald voor een grafsteen. Samen met Kees Makker heb ik toen de hele Wakkerendijk gelopen. In totaal is er bijna 1500 gulden opgehaald. Er is door De Groot-steenhouwerij een grote liggende grafzerk vervaardigd. Die kostte 1200 gulden, een enorm bedrag in die tijd. De rest van het geld werd besteed aan Missen. Later bleek dat de steen van slechte kwaliteit was. Dat zal wel te maken hebben gehad met de oorlogssituatie. Nu ziet de steen er bedroevend uit. Opknappen lijkt niet meer mogelijk”.
Na de oorlog ontving de familie Morren, inmiddels wonend aan Wakkerendijk 130A, in het huis “De Stip”, postuum de op drie na hoogste Koninklijke Onderscheiding, het Verzetskruis. Voor God, Koningin en Vaderland!
ROUTE: Als je verder kijkt en het zicht op de Wakkerendijk vervolgt, zie je linksaf een weg de polder ingaan. Dit is de Stammeweg.
- Stammeweg: In januari 1945 werd hier een dode SS’er aangetroffen. De ondergrondse had het lichaam hier neergelegd om de doodsoorzaak te verhullen. Hoewel de Duitsers vergeldingsacties vreesden, bleef een reactie uit.
ROUTE: Voor het vervolgen van de route neem je na de kerk rechtsaf het fietspad, het Wilgenpad. Je doorkruist nu de Zuidbuurt van Eemnes. Aan het eind van het Wilgenpad sla je linksaf en wandel je achtereenvolgend op de Haagwinde, Schootvork, Wezeboom, Goudhaver en Struisgras. Op de splitsing Struisgras, Pijpestrootje en Beemdlang ga je rechtsaf en steek je de Stadswijksingel over. Je vervolgt de Vijverlaan en steekt de Eemlustlaan over richting de Streefoordlaan.
Aan je linkerhand zie je een gedenkbord staan.
- Gedenkbord neergestorte Lancaster: Nabij deze locatie stortte op 13 mei 1943 een Britse bommenwerper neer, de Lancaster W4955.
Op 13 mei 1943 ontsnapte Eemnes aan een ramp. ’s Ochtends in alle vroegte kwam een Lancaster van de RAF terug van een afgebroken missie naar Duisburg. Het was ernstig geraakt door een nachtjager en het zat nog vol bommen. Het scheerde om 2.20 uur laag en onderdelen verliezend diagonaal over de Laarderweg om zich met een daverende ontploffing in het bouwland achter de Algemene Begraafplaats te boren. Vele ruiten en dakpannen in de omgeving lagen aan diggelen. Van de zevenkoppige bemanning overleefde alleen de Australiër Horace D.M. Ransome DFC de klap. Met een gebroken rug lag hij in het bouwland en hij werd later door een melkster gevonden. De Wehrmacht heeft hem naar een ziekenhuis in Amersfoort gebracht en hij zou de oorlog verder als krijgsgevangene overleven.
Door een wonder werd een ramp voor Eemnes voorkomen. Het gedenkbord dat hieraan herinnert, is onthuld op 13 mei 2024. Een bijzondere gast bij deze onthulling was Caroline van Essen-Mol die als kind van vijf jaar, op de arm van haar moeder, ’s nachts door het slaapkamerraam allemaal lichtjes in de lucht zag.
ROUTE: Volg het fietspad over het bruggetje en neem direct over de brug het voetpad rechtsaf. Via dit voetpad kom je uit op de Ploeglaan. Je vervolgt de Ploeglaan linksaf. Op de Raadhuislaan ga je vervolgens links, zodat je in de bocht terechtkomt op de Molenweg.
- Molenweg 19: Het woonhuis van de directeur van de Maalderij fungeerde als onderduikadres en opslaglocatie voor veroverde bonkaarten en bevolkingsregisters.
- Molenweg 8a: Dit is de voormalige Maalderij. Hier hielden zich veel onderduikers schuil. De omliggende graanvelden boden goede verstopplekken bij dreigend gevaar.
Een van deze onderduikers was de heer R. Ruizendaal. Met de Historische Kring deelde hij in 1995 zijn verhaal: HKEN_1995-01.
“Zoals zovelen kreeg ook ik een oproep om naar Duitsland te gaan, maar dat vertikte ik, dus moest ik onderduiken, ’s Nachts bleef ik gewoon thuis maar overdag wilde ik iets om handen hebben. De Betuwe moest van de moffen onder water gezet worden, omdat ze bang waren, dat de geallieerden daar zouden landen. Het gevolg daarvan was, dat alle bomen er gerooid moesten worden. Deze bomen werden ’s nachts op vrachtwagens geladen en naar o.a. Eemnes gebracht, naar de molen. Wij zaten met een heel stel onderduikers boven de maalderij en deden de hele dag niets anders dan dennebomen zagen. Eerst werden er dikke plakken gezaagd, daarna kleine hoekjes. We noemden het generatorhout, want er zat namelijk gas in en dat gas werd gebruikt voor de autobussen, omdat er geen benzine meer was. Er werd een enorme ketel (gedeeltelijk in de grond) naast de bus geplaatst waar die hoekjes in gegooid werden, vervolgens werd alles aangestoken en zo kreeg de bus de benodigde brandstof. Dit werk hield echter plotseling op, waarom weet ik niet. Hierna werden er boven de maalderij een stel houtdraaimachines neergezet en begonnen we met z’n allen met hout draaien. Daarvoor gebruikten we het kersehout uit de Betuwe. We maakten balpoten, rammelaars, leeslampen en vooral veel spinnewielen. Aan de buitenkant van de maalderij werd een grote trap gemaakt, zodat we als het nodig mocht zijn, konden vluchten. Er werd altijd gecontroleerd of er geen moffen aankwamen. Als er iemand de Molenweg in kwam, werd het vlug doorgegeven, dan werden de electromotoren die voor het malen van het graan gebruikt werden, stilgezet en konden we zo door een zijraam via de trap wegkomen. Boven stond altijd een bende pulp, zoals ze dat noemen, veel zaagsel waar de kachel mee vol gestouwd werd, dus u begrijpt het al, dat moest een keer fout gaan. Of de kachel scheef heeft gestaan dat weten we niet, maar op een dag brak er brand uit en wist iedereen dat wij daar zaten en zijn we allemaal uitgewaaierd. De onderduikers die daar werkten waren Henk Blom, Cor Blom, Henk Dop, Goos Dop, Goos Hagen, Meindert Vedder, Terwiel de baas, Tony Offermans uit Hilversum, Veldhuizen, Piet van Hamersveld, en Goos en Henk Bon uit Laren. Ja die onderduiktijd was wel erg spannend natuurlijk maar met elkaar hebben we het toch ook erg leuk gehad.”
P.S. Jan Terwiel, de baas, woonde op Laarderweg 48 en had achter zijn huis een soort timmerfabriekje waar de mannen ook nog even gewerkt hebben!
- Molenweg 8: Hier stond voorheen de Kruidenierswinkel A. Elsinga). Deze kruidenierswinkel verleende discreet hulp aan onderduikers.
- Molenweg 13: In het huis van gemeentesecretaris Van Hoepen vond het Joods-Duitse echtpaar Schloss een schuilplek.
Julius Schloss was een Duitse jood die al jaren werkzaam was in de top van een familiebedrijf, een groot warenhuisconcern dat ook relaties onderhield met ondermeer de Bijenkorf in Amsterdam. In de jaren 30 werd steeds meer duidelijk dat de Joden in Nazi Duitsland geen toekomst meer hadden. Julius besluit al begin jaren 30 uit te wijken naar een ander land, maar alle pogingen die hij in de loop der jaren daarvoor onderneemt, leiden niet tot het beoogde resultaat. Uiteindelijk ontstaat in 1942 vrij plots de gedachte aan onderduiken. Samen met zijn vrouw komt hij terecht bij de familie Van Hoepen op de Molenweg. Daar verbleven zij tot de bevrijding. Julius Schloss heeft onder de naam Julian Castle Stanford een boek geschreven over onder meer zijn onderduik periode in Eemnes. De titel van dit boek is ‘Tagebuch eines Juden im Untergrund’. (uit HKEN_ 2BB 1 – 1982/1)
- Laarderweg (tegenover Molenweg): Huisarts dokter Fros bood hier medische hulp aan gewonde geallieerde piloten en onderduikers.
ROUTE: Op de Laarderweg kun je linksaf slaan als je nog even een blik wilt werpen op
- Laarderweg 48. Hier woonde Jan Terwiel, de baas van de Maalderij op de Molenweg, die achter zijn huis ook een klein timmerfabriekje had.
ROUTE: Om de route te vervolgen sla je rechtsaf. Bij de Driest aangekomen, sla je opnieuw rechtsaf. Vervolgens ga je rechtsaf op de Torenzicht en kom je weer uit op het Plantsoen bij het Vrijheidsmonument.
Vrijheidsmonument op het Plantsoen Bij dit monument, opgericht in 1987, vindt jaarlijks op 4 mei de Dodenherdenking plaats. Een bijzondere locatie vol dierbare herinneringen die ons elk jaar herinnert aan onze vrijheid.
Deze wandelroute is mede mogelijk gemaakt door de vrijwilligers van de Historische Kring Eemnes. Mocht je naar aanleiding van deze wandelroute meer willen weten over de Tweede Wereldoorlog in Eemnes, kun je bij hen terecht. Bezoek hun website of loop op zaterdag eens bij ze binnen op de Raadhuislaan. Ze ontvangen je graag en vertellen je graag meer.