Meer biodiversiteit in de buurt, daar moeten we allemaal mee aan de bak
We hebben een nieuwe achtertuin! Een extra tuin in de steeg achter ons huis. Het ligt daar zonnig en beschut en het grenst aan acht achtertuinen met een schutting ertussen en een steeg. De tuin ligt aan de voet van een grote eik, die zorgt voor schaduw en koelte in de zomer en veel eikels in de herfst.
Vandaag heb ik heel veel eikels en blad weggehaald uit de stoeptuin. Dat viel niet mee. De eikels hadden zich al verankerd in de grond met minstens tien centimeter lange wortels. Ik weet nog dat mijn buurvrouw Janna afgelopen najaar zei: ‘Wat moeten wij nou met al die eikels?’ Er lagen er inderdaad nogal wat op de tegels. ‘We vegen ze gewoon op een hoop, dan haalt de gemeente ze wel op als ze de steeg komen vegen’, zei ik. De mannen kwamen inderdaad toen de boom kaal was. Het was inmiddels november. De eikels en het blad op de aarde in onze nieuwe stoeptuin, daar moesten we nog wat mee.

Deze dag in maart is het geschikte moment. Het is heerlijk weer, het is lekker rustig op de buurt en ik heb een hanepoot, een drietand, om de eikels los te maken en het blad naar me toe te trekken, naar de stoep. Er groeiden al hele eilanden van vogelmuur naar boven toe. Dit mag ook weg om ander (on)kruid een kans te geven. Voordat ik begon, vroeg ik me af wat er was overgebleven van de kruidentuin die ik vorige zomer was gestart aan de zonnigste kant van de tuin. Ik had al een grote pluk peterselie, die ik door de winter heen nog had kunnen oogsten, frisgroen boven het eikenbladdek uit zien steken. Het viel me mee hoe groot de plantjes waren! De stekken van de rozemarijn, het waren er minstens vier, daar vond ik er slechts één van terug. De stekken van de salieplanten, vier stuks, waren flink gegroeid. Dat belooft wat voor de zomer! Vorig jaar bloeiden ze al met felblauwe bloemen. De dille, die nog even een groeispurt maakte in de herfst, was verdwenen. Ze staat bovenaan mijn verlanglijstje om te kopen voor dit jaar.

Het groen van de knoflook, ik plantte de teentjes in oktober, was, voordat het winter werd, al zichtbaar boven de grond. Ineens was het look er gedeeltelijk afgeplukt! Het was net gebeurd want ik rook de knoflook in de tuin toen één van de werklui, die ik tegenkwam in de steeg, mij vriendelijk groette en brommend ‘knoblauch’ zei, wijzend op de sprieten boven de grond. Ik antwoordde bedremmeld dat ik deze in mei waarschijnlijk zou kunnen oogsten.

Had hij het misschien geplukt? Ik zie het in gedachten voor me terwijl hij kauwend met tranende ogen de pittige stengel wegwerkt. Of had hij het tussen zijn boterham met kaas gestopt? Hieraan denkend zie ik de geur als een wolkje, hem achtervolgen. Zullen de plantjes nog gaan bloeien? Dat denk ik niet. De bollen zullen waarschijnlijk wel beter groeien nu er toch geen bloemen komen aan de geknakte stengels. Ik stopte tien teentjes in de grond en hoop straks tien bollen te kunnen oogsten!

Het is zo makkelijk om te telen met de 10-10-10 regel. Je plant de gedroogde teentjes van een bol knoflook uit de supermarkt op de 10e maand in losse grond op een zonnige plek. Je plant ze op minimaal 10 centimeter afstand. Na 10 maanden kan je oogsten! Planten in maart kan trouwens ook. De bollen worden dan wel wat kleiner. Ik plant meteen nog wat teentjes om de rozen zodat ze straks minder last hebben van bladluis.

Het tuinseizoen is begonnen met eikels en knoflook!