Sluis

wandelen, fietsen, rennen, draven
in de verre verte lonkt de sluis
rusten op een bankje bij de haven
dan weer rechtsomkeert naar huis

we wonen hier al drieënveertig jaar
sluiswaarts gingen we wel duizend keer
van daar naar hier, van hier naar daar
als een Eemdijks pontje: heen en weer

en de enigen zijn we waarachtig niet
vrijwel altijd komen we bekenden tegen
lieve mensen die je anders zelden ziet
een praatje, daarna scheiden onze wegen

zolang we kunnen, blijven we ook gaan
langs onze lange Eemnesser Boulevard
waar koeien eindeloos te grazen staan
en kieviten luidkeels vitten op elkaar

en dankzij het prentje op mijn schouw
dat ooit boven het fornuis is neergezet
met pastelkrijt getekend door m’n vrouw
blijft de sluis lonken, tot ik m’n wekker zet

Rob Nap