Goed genoeg
“Jij denkt teveel,” zeg ik tegen vriendin M, die zich verontschuldigt voor het feit dat ze iets gezegd heeft waarvan men wellicht zou kunnen denken dat ze dat misschien anders bedoelde dan zuiver informatief en dat dit eventueel, mogelijkerwijs, heel vervelend zou kúnnen zijn, want daar zouden anderen een mening over kunnen hebben. Tja. “Man soll sein Glück nicht in der Meinung anderer suchen,” zei Schopenhauer al, maar ja, niet opgelet met Duits hè? Daar maken ze zich in Den Haag nou nooit druk om, de mening van anderen, maar het zou kunnen dat de huidige club óók niet opgelet heeft met Duits. En niet alleen met Duits, vermoedelijk. (wéér niet gelukt om géén sneer uit te delen). Zoals vaker was mijn “Jij denkt te veel” eigenlijk vooral projectie: ik denk namelijk ook meestal te veel, maar zelf vind ik dat niet zo’n probleem. Het schenkt ook veel vertier, een onwaarschijnlijke hoop afleiding (niet altijd welkom) en levert vooral veel onoplosbare vraagstukken. Voor mij is de snelweg bijvoorbeeld – en dan vooral de opschriften op busjes en vrachtwagens – een bron van informatie en evenveel desinformatie die de meer filosofische kanten van het leven belicht. Ḧet is een sport om de diepere gedachten achter de wervende teksten te doorgronden en vooral om daarbij een verkeerde afslag te nemen, eigenlijk. Neem een busje met opschrift “Sencon – onafhankelijk gemaalbeheer” en weg ben ik, in gedachten twee afslagen verder: Zou er ook volkomen bevooroordeeld gemaalbeheer bestaan? Misselijkmakend vooringenomen gemaalbeheer? Je weet het niet. En is dat een risico waarvan je je als overheid bewust moet zijn? Dat je een club inhuurt die denkt: Dat verrekte linkse gemaalbeheer, daar moet maar eens een eind aan komen. Of juist: die neo-fascistische gemaalbeheerders zullen op hun knieën jammeren om hun moeder als wij klaar met ze zijn. Zulke gedachten…en bam, weer tien minuten verder. Of neem ‘Hulsbos – perfectie in parts’. Dan dringt zich onmiddellijk de vraag op: wat voor parts? Onderdelen voor je brommer? Je warmtepomp? Je kunstknie? En zou je ook een businessmodel kunnen bouwen op halfbakken parts? Van die parts die net niet lekker passen? Dat moet vast wel kunnen, maar misschien moet je dat niet op je busje zetten. Ik vind het altijd randje ontroerend om te zien hoe de mens, de ploeteraar, op allerlei manieren gaten in de markt vindt om een bestaan op te bouwen, met de snelweg als affiche voor je goede bedoelingen en kwaliteiten. “We zijn allemaal maar arme gelukszoekers,” zei mijn schoonvader altijd. En zo is het; niet bijzonder memorabel en in het kader van lintjesregen ook niet altijd decorabel, maar meestal goed genoeg.