Klein – groot leed
Al sinds maanden word ik, met gemengde gevoelens, ’s morgens heel vroeg, wreed gewekt door een poot mét nagels, van Lara, die feilloos mijn hoofd weet te vinden. Omdat ik slaap, bereiken haar nagels niet mijn ogen.
Etenstijd volgens mevrouw. Ik strompel dan, nog niet geheel wakker, de trap af om een minuut later haar vroege ontbijt te serveren, waarna ik, nog steeds slaapdronken, terug strompel naar het nog lekker warme bed.
Lara blij, ik blij.
Vanochtend. Om een onverklaarbare reden schrik ik rond 7 uur wakker met onmiddellijk de gedachte, dat ik geen poot van Lara heb gevoeld. Op zich is op deze manier ‘uitslapen’ fijn, maar waar ís ze? Ik dus mijn bed uit, het hele huis doorzoeken , nou ja, zo groot is dat huis niet, maar op je knieën om onder de bedden, in openstaande kasten en zelfs in de wc’s en op zolder te kijken, nog voordat je aan “Nederland in Beweging’ hebt deelgenomen, is best een actieve start van de dag.
Nee, nergens. Opeens zie ik het lichtje van het kattenluik opflikkeren. Er klopt iets niet. Er zit geen beweging meer in. Ik realiseer me dat Lara dus al enige tijd in de vrieskou buiten loopt mét een herstellende blaasontsteking.
Ik trek een jas aan en ga, op pantoffels, naar buiten. In de schuur (enige bescherming tegen de koud) is ze niet, dus dan de straat maar op. Ik hoop dat niemand me daar ziet lopen (zonder make up, niet aangekleed) en hoort roepen “Lara, Lara, waar zit je nou’.
Wat me op dat moment doet denken aan een vriendin, van wie kater Jo ooit ook niet thuisgekomen was. Ook zij liep midden in de nacht op straat te roepen ‘Jo, jo, waar ben je nou. Je moet nog eten’.
Komt er iemand aan, die laconiek zegt ‘ach mevrouwtje, je man komt zo heus wel weer thuis hoor. Hij heeft ’t gewoon gezellig in ’t café’.

Na een rondje straat en ‘andere straat’, ga ik enigszins wanhopig, weer naar huis. Ik hoor in gedachten de voordeurbel al, waar in de deuropening iemand staat met doodgevroren poes. Maar dan: tien minuten later – natuurlijk heb ik inmiddels de deur op een grote kier gezet, op dat moment is de energierekening even totaal onbelangrijk – huppelt ze, koud en wel, naar binnen. Ik heb haar nog nooit zó snel een bak gourmet leeg zien eten, waarna ze zich onmiddellijk terugtrekt in haar eigen boudoir: haar mand in de badkamer met vloerverwarming. Ja, die zet ik even een tikkeltje hoger.

’t Voorjaar nadert. De ervaring leert dat de populariteit van Lara bij haar mannelijke soortgenoten dan ‘omhoog schiet’. Dat kattenluik, daar moet ik dus gauw iets op verzinnen.