Rust roest…
Dat zei mijn moeder vaak, als ze weer eens van hot naar her had gerend en uiteindelijk op de bank neerplofte met sigaret en glaasje port. Ze was bij de zieke buurvrouw geweest, had boodschappen gedaan, de koperen voordeurbel gepoetst, de tuin opgeruimd (ja, het was vrijdag!) en ’s morgens haar schoonmoeder geholpen met de krulspelden en het huishouden.
Die ouderwetse uitdrukking kwam laatst in mij op, toen ook ik, een zondagavond, op de bank neerplofte met een groot glas wit. Ik was weliswaar doodmoe na deze idioot drukke, maar gezellige week, maar voelde me ook bevoorrecht dat ik zo’n fijn sociaal leven ‘mocht’ hebben.
Maandag het wekelijkse eetclubje. Lunch deze keer. Ik ben aan de beurt, het is mooi weer, dus eten in de tuin, maar ja, die is rommelig, dus moet er eerst gesnoeid, geveegd en gesproeid worden. En de kussens van poezenharen worden ontdaan. s‘Avonds een moeilijke persoonlijke brief schrijven, gevolgd door, grotere tegenstelling bestaat er niet: kijken naar een aflevering “B&B Vol Liefde. Dinsdag op ziekenbezoek bij de man die het ruim 50 jaar geleden aandurfde mij aan te nemen bij de AVRO en met wie ik nog steeds bevriend ben. Daarna golfen. Dan snel naar huis, me omkleden – keurige polo met kraagje uit – want ik moet nog naar een verjaardag. Gelukkig vlakbij. Woensdag is het, hoe vreselijk ook, Poets Dag. ’s Avonds komt een vriendin logeren en zij is een stuk preciezer qua ‘huishouden’ dan ik.
Donderdagmiddag: naar Amstelveen, Museum Cobra. Daar is de opening van een bijzondere expositie. Kunst gemaakt door mensen met een verstandelijke beperking, geïnspireerd op de Cobra groep.
Nou, aan de kunst is niks van ‘beperking’ te merken. Er hangt prachtig werk. Er is veel belangstelling en heel wat kunstenaars tonen zonder enige gêne (waren wij allemaal maar zo naturel) hoe trots ze zijn. Aansluitend naar een ‘chique’ Chinees. Tjaptjoi, haaievinnensoep en babi pangang staan weliswaar niet op het menu, maar ‘t is wél lekker. Op vrijdag ‘moet’ ik alwéér naar een restaurant: uitgenodigd door een jarige. En tussendoor een nieuw kattenluik kopen en laten installeren. Zaterdag, samen met vriendin Nienke, naar het graf van een dierbare vriendin. Alles weer van nieuwe plantjes voorzien. Ze zou binnenkort jarig zijn… Het traditionele piepkleine slokje Cointreau drinken na ‘gedane arbeid’ (haar favoriete drankje), houden we in ere, maar de geplande lunch daarna houd ik voor gezien. Niet goed voor mijn portemonnee en vooral ook niet goed voor mijn gewicht. De vaste telefoon rinkelt. Dat kan maar twee dingen betekenen: óf reclame of mijn zusje, dat nog altijd op ‘de vaste’ belt. Ze vraagt hoe mijn week was en ik vertel uitgebreid wat ik allemaal heb gedaan, dat ik nu moe ben en even ‘helemaal niks’ meer wil.
Haar antwoord is ‘kind, wat geeft dat nou. Moe. Mama zei altijd ‘rust roest’.